Op 6 mei informeerde het college de gemeenteraad over de evaluatie van de Woonagenda 2020. In deze evaluatie wordt geconcludeerd dat het aantal woningen dat gepland stond redelijk gehaald is, maar dat het soort woningen dat is gebouwd niet goed overeenkomt met de behoefte die er was. Zo zijn er te weinig sociale huurwoningen en goedkope koopwoningen gebouwd en teveel dure koopwoningen.

GroenLinks vindt het dan ook van het grootste belang dat er de komende jaren wél gebouwd wordt naar behoefte; er moeten vooral woningen worden gebouwd waar in onze gemeente grote vraag naar is. Daarvoor moet de gemeenteraad wel over eenduidige informatie beschikken, maar dat is helaas niet het geval. Er worden bijvoorbeeld in de tijdsperiode 2015-2020 en 2020-2025 verschillende woningbouwcategorieën gebruikt waardoor de cijfers door elkaar lopen. Ook wordt er in het geplande programma geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en nog lopende projecten. Om als politieke partij onze controlerende taak uit te kunnen voeren is het belangrijk om de woonbehoefte en de gerealiseerde woningbouw goed te monitoren. Daarvoor zijn recente, controleerbare en vergelijkbare cijfers cruciaal en die zijn er nu niet. Dit was voor ons reden om schriftelijke vragen te stellen aan het college.