De rekenkamercommissie presenteerde onlangs een rapport over burgerparticipatie in de gemeente Overbetuwe. De conclusie van het rapport is dat het daar niet best mee is gesteld. Er ontbreekt een visie op de wijze waarop inwoners betrokken worden bij voor hen belangrijke onderwerpen en de opgestelde regels getuigen van een bestuurscentristische aanpak.

Tot die conclusie was de GroenLinks fractie al eerder gekomen, maar het is altijd fijn als een onafhankelijk orgaan als de Rekenkamercommissie op basis van gedegen onderzoek tot eenzelfde inzicht komt. Dat rapport bespreken in de raad zonder er verdere vervolgacties aan te verbinden zoals het college voorstelde, ging de meeste fracties niet ver genoeg. Een door de PvdA met hulp GroenLinks en andere partijen opgesteld amendement om de aanbevelingen niet alleen te omarmen, maar dat ook om te zetten in concrete acties werd door alle partijen - met uitzondering van het CDA – ondersteund.

Wat bezielde het CDA om als enige partij tegen dit amendement te stemmen? Het CDA had grote moeite met het verband dat in het amendement werd gelegd met het rapport Schurende Democratie van Bureau Berenschot. Een rapport dat de uitkomst was van een op verzoek van de raad uitgevoerd onderzoek naar de samenwerking tussen raad en college. Dat rapport is vorig jaar besproken in de raad en alle partijen - inclusief het CDA - waren het over eens dat er aan de slag moest worden gegaan met de verbeterpunten en aanbevelingen uit het rapport.

De eerste aanbeveling in het rapport was dat er een visie zou moeten worden ontwikkeld op burgerparticipatie in overleg tussen de raad, het college en de inwoners. Het wekt dan ook geen verbazing dat de Rekenkamercommissie in haar rapportage naar dit rapport en deze aanbeveling verwijst. Waarom wilde het CDA de verwijzing naar het rapport Schurende Democratie dan niet overnemen? Het was overigens niet de eerste keer dat het CDA probeerde verbindingen met of verwijzingen naar dit rapport van tafel te krijgen.

Het rapport nog eens lezende wordt duidelijk dat in de analyse van Bureau Berenschot helder wordt gemaakt dat de politieke cultuur in de gemeente Overbetuwe in de afgelopen raadsperiodes werd gedomineerd door machtsdenken en een gebrek aan democratische hygiëne. Geen rekening werd gehouden met de inbreng en argumenten van andere partijen en inwoners. Die werden als onwelgevallig terzijde geschoven. Met dichtgetimmerde coalitieakkoorden waarbij de coalitiepartijen als een machtsblok opereerden en elke inbreng van buitenaf pareerden, was elke oppositie kansloos. Het CDA als grootste partij had hier een belangrijk aandeel in. Niet alleen inwoners voelden zich vaak niet gehoord, dat zelfde gevoel overheerste ook bij de oppositiepartijen.

En ja, het rapport Schurende Democratie is daarom dus pijnlijk voor het CDA. Kennelijk willen ze het er liever niet meer over hebben en wordt het geframed als een rapport dat alleen terugblikt. Daarmee gaan ze voorbij aan het feit dat het rapport in haar aanbevelingen juist wegen opent naar hoe het in de toekomst anders en beter zou kunnen. Om te beginnen met burgerparticipatie.

In plaats van voluit te erkennen dat het rapport Schurende Democratie de aanleiding zou moeten zijn voor de nodige zelfreflectie van het CDA op haar rol en bijdrage in de afgelopen jaren aan de politieke cultuur in Overbetuwe, heeft men het er liever niet meer over. Wegstoppen in een diepe la lijkt voor het CDA de beste oplossing te zijn. Gelukkig denkt een ruime meerderheid in de raad daar anders over. Het is als een kind dat betrapt is op een fout, maar daar niet over wenst te praten. Uit pedagogisch oogpunt zal zijn of haar omgeving daar juist op blijven aandringen. De houding van het CDA werkt in deze dus averechts.

Ondanks dat het CDA probeert om haar verantwoordelijkheid te ontlopen voor haar bijdrage in het verleden aan een negatieve politieke cultuur, zien we gelukkig wel enige verbetering. Kennelijk heeft men er bij het CDA toch iets van geleerd. De wijze waarop deze partij zich in deze raadsperiode opstelt biedt hoop voor de toekomst. Het is geen automatisme meer dat elk voorstel van het college door alle coalitiepartijen onvoorwaardelijk wordt ondersteund. Er is gelukkig weer sprake van een meer zelfstandige positie van de fracties in de raad. Vanuit een democratisch standpunt bezien kunnen we dat als GroenLinks alleen maar toejuichen.

Nu nog met elkaar het proces aangaan waarin ook de inwoners serieus worden meegenomen in de wijze waarop burgerparticipatie binnen de gemeente vorm en inhoud krijgt. Want het gaat niet alleen om regeltjes, maar om een veranderde houding en attitude bij zowel de politiek, het bestuur als het ambtenarenapparaat. Daarin hebben we nog een lange weg te gaan en zal het de nodige tijd kosten om oude reflexen op te ruimen en een cultuuromslag te maken die er hopelijk geleidelijk toe zal leiden dat inwoners zich meer betrokken voelen bij beslissingen die genomen worden en zich er ook medeverantwoordelijk voor gaan voelen.