Wij zijn de sociale meerderheid – en het is tijd voor een overheid die ons weer ziet.
Ik ben docent zorg en welzijn op een vmbo-school; moeder van twee pubermeiden op de middelbare school; inwoner van Overbetuwe. En zoals zovelen probeer ik elke dag de boel draaiende te houden: thuis, op school, in de buurt. Ik zie hoe hard mensen werken, hoe ze zorgen voor anderen, hoe ze zich inzetten voor hun gezin, hun werk, hun omgeving. En ik zie ook hoe vaak ze zich niet gezien voelen door de politiek.
We zijn met velen. We zorgen, werken, helpen, luisteren, bouwen, onderwijzen, begeleiden, repareren en houden onze buurten draaiende. We zijn de mensen die vroeg opstaan om te zorgen voor een ander; die na hun werk nog boodschappen doen voor hun moeder; die hun kinderen helpen met huiswerk; die collega’s opvangen als het even niet gaat. We zijn geen uitzondering, we zijn de norm. Frans Timmermans noemt ons de sociale meerderheid en dat is precies wat we zijn.
Ademruimte nodig
In Overbetuwe komt de bus gelukkig nog wel. Er worden zelfs nieuwe buurthuizen gebouwd. Onze buurten hebben ademruimte (nu nog). Maar die ruimte staat onder druk. Want het huidige kabinet schuift steeds meer taken door naar gemeenten, zonder voldoende geld mee te geven. Dat betekent dat straks keuzes moeten worden gemaakt: tussen zorg en ondersteuning; tussen jongerenwerk en openbaar vervoer; tussen betaalbare woningen en leefbare wijken en dorpen. En die keuzes raken juist ons; de mensen die elke dag bijdragen.
Ik zie het ook bij mijn leerlingen. Sommige gezinnen moeten de eindjes aan elkaar knopen. Starters zoeken zich suf naar iets betaalbaars. Mantelzorgers raken overbelast. En wie werkt in het onderwijs, de techniek of de zorg voelt hoe zwaar het is om alles rond te krijgen; niet alleen financieel, maar ook mentaal. Toch lijkt het in Den Haag soms alsof we niet bestaan; alsof politiek alleen gaat over cijfers, over grote bedrijven, over abstracte ‘groei’. Terwijl wij juist die groei zijn.
Vijf speerpunten voor onze overheid
We verdienen een overheid die ons ziet, hoort en steunt. Een overheid die durft te kiezen voor vijf heldere speerpunten:
1. Meer huizen om in te wonen (ook voor starters, gezinnen en ouderen in Overbetuwe);
2. Samen strijden voor een groene toekomst (waarin iedereen mee kan doen, ook wie nu krap zit);
3. Inkomen waarmee je vooruitkomt (niet alleen overleven, maar leven);
4. Leiderschap dat Nederland beschermt (tegen ongelijkheid, klimaatcrisis en cynisme);
5. De basis op orde (zorg, onderwijs, openbaar vervoer, bestaanszekerheid).
En boven alles: het is tijd voor een overheid die solidair en barmhartig is. Neem de situatie van kinderen uit Gaza die dringend medische hulp nodig hebben. In de ziekenhuizen in de regio liggen al honderden gewonde kinderen, de bedden zijn vol, de nood is hoog. Juist daarom moeten wij hier enkele kinderen opvangen. Niet als gebaar, maar als daad van menselijkheid. Artsen in Nederland zeggen: “We hebben plek. We staan klaar.” Voor deze kinderen gaat het om leven of dood; om herstel of blijvende vernietiging. Dan mag politiek geen muur zijn, maar een brug.
Landelijke richting en lokale uitvoering
Bij de landelijke verkiezingen gaat het om richting. Maar straks, bij de gemeenteraadsverkiezingen, gaat het om uitvoering. Dan kiezen we wie er in onze gemeente beslist over zorg, over wonen, over vervoer, over ondersteuning. Dan kiezen we of onze buurten blijven ademen; of er plek blijft voor het buurthuis, voor de wijkverpleegkundige, voor de jongerenwerker. Of we weer mogen meedenken, meebeslissen, meedoen.
Dus als jij je herkent in dit verhaal; als helper, als ouder, als buur, als vrijwilliger, als starter, als werknemer, weet dan: je bent niet alleen. Je bent deel van een meerderheid. En jouw stem telt. Niet alleen in Den Haag, maar straks ook in het gemeentehuis. Want de sociale meerderheid verdient geen applaus, die verdient goed beleid.