Regelmatig krijg ik te horen dat ik als lokale politica te veel in ga op de uitvoering van de zorg. Als ik vraag waar het anders over zou moeten gaan krijg ik meestal het antwoord: “Wij begrijpen dan niet meer waar je het over hebt. ”
Tja, dat is inderdaad wel een dilemma. Politici en beleidsmakers die zich niet herkennen in een verhaal wat te inhoudelijk wordt, en tegelijkertijd uitvoerend hulpverleners in de (jeugd)zorg, zoals mijn collega’s en ik, die de steeds veranderende beleidsregels niet meer begrijpen. De laatste decennia zijn deze namelijk niet ten goede gekomen aan de uitvoering waar wij zo hard ons best voor doen. Integendeel; we moeten registreren, rapporteren, hebben zeer beperkte vrijheid en veel te weinig tijd om te doen wat nodig is voor onze cliënten. Het grootste deel van de uitvoering is in dienst komen te staan van het beleid.
En dat is nu precies de reden waarom ik politiek actief ben geworden! Ik wil een bijdrage leveren aan beleid dat in dienst staat van de uitvoering. Beleid dat helpt in plaats van tegenwerkt. Beleid dat hout snijdt.
Een mooi voorbeeld daarvan is een motie die GroenLinks er onlangs (eindelijk) doorgekregen heeft waarbij we vragen om meer jeugdzorgprofessionals in de kernteams. Ook hebben we een motie van Burger Belangen Overbetuwe over muziekprojecten op scholen mee ingediend op voorwaarde dat daar de werkdruk voor leerkrachten in meegenomen werd. En momenteel zijn we bezig om de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdzorg op de politieke agenda te krijgen.
En ja, dan zullen we soms ook wat dieper in moeten gaan op die uitvoering. Dat doen we met een reden; ons beleid wordt er beter van.