Terwijl de spreidingswet door zowel de Tweede als Eerste kamer was geloodst vóór het aantreden van minister Faber, doet ze er alles aan om de uitvoerders van die wet, zoals gemeentes en het COA, hun werk onmogelijk te maken. Rond afgelopen jaarwisseling, het is alweer even geleden, stuurde Faber een brief naar alle gemeentes en provincies, waarin ze uitlegde hoe ze er samen met de provincies waren uitgekomen over een nieuwe taakstelling voor de opvang van vluchtelingen. Het zal vast niet verbazen dat de taakstelling voor de meeste gemeentes veel lager is, terwijl de nood in Ter Apel nog steeds hoog is. 

De nieuwe taakstelling komt voor Overbetuwe neer op 79, verlaagd van 297, wat het eerst was in de spreidingswet. We waren daarom erg blij dat de wethouder met een voorstel kwam om een locatieonderzoek te doen voor een AZC met 300 plekken. Het COA betaalt én zorgt voor personele capaciteit bij een opvang vanaf die grootte, dus ook financieel gezien was er eigenlijk geen vuiltje aan de lucht. Tenminste, als alle partijen er zo in stonden. Helaas waren er namelijk een aantal partijen tegen het voorstel, waaronder coalitiepartij VVD, die wilden dat we een kleinere opvang zouden bouwen. Gelukkig kreeg de rest van de coalitie steun van CU en OBN, waardoor er toch een meerderheid was. We zijn blij met een raadsmeerderheid voor humane vluchtelingenopvang, maar zien ook dat er werk aan de winkel is in de raad, wanneer het uiteindelijke voorstel met een definitieve locatiekeuze komt.